Peru
(5 - 26 september 1997 )
Op vrijdag 4 september was het dan eindelijk zover. Na 6 maanden uitkijken en een voorbereiding van veel lezen over Peru en de nodige spullen aanschaffen, kon ik vertrekken. Ik heb de reis geboekt bij Explore, een reisorganisatie uit Engeland die reizen over de hele wereld organiseren en verkopen onder andere in Europa en Amerika.
Het begon goed, want een dag van te voren werd ik gebeld door Explore dat ik in Parijs 2 uur vertraging zou hebben. Vliegreis zou via Parijs en Bogota naar Lima gaan met Avianca (Colombiaanse vliegmaatschappij). Om 10:30 was ik in Parijs en om 12:30 zat ik met mn zus, die in Parijs woont, te lunchen in buurt van Port Maillot. Tijd genoeg, want met die 2 uur vertraging zou ik om 5 uur vertrekken. Afijn om 3 uur was ik terug op het vliegveld en om 5 uur nog geen vliegtuig te zien. Om 6 uur kwam eindelijk het vliegtuig, vervolgens uitladen schoonmaken en tanken. Goed om 19:30 mochten we eindelijk dan aan boord. Eerst kregen ze de voordeur niet dicht, vervolgens moest de bagage toch nog maar ingeladen worden en toen kregen ze het bagageluik niet meer dicht. Om 21:30 mochten we er weer uit, 22.30 er weer in en om 23:00 eindelijk het vertrek. Verder heb ik niets te mopperen want het was een vliegtuig van een jaar of 4 oud, lekker rustig en service was goed.
In Bogota mocht ik op kosten van Avianca naar het Sheraton. We arriveerden om 3:00 plaatselijke tijd (9:00 hier, want het tijdsverschil is 6 uur terug). Om 4:30 na een fikse douanecontrole waren we in het hotel en konden we 2 ½ uur slapen, want om 9:30 zou mijn volgende vlucht vertrekken. Laatste stukje van de herdenkingsmis van lady Di nog gezien. Na verder een vlucht zonder problemen was ik om 14:00 in Lima. Taxi naar het hotel genomen en na ongeveer 36 uur reizen was ik eindelijk op mijn bestemming.
s Avonds de rest van de groep ontmoet tijdens het eten. Deze waren er al een dag en hadden een tour door Lima gemaakt en het goud-museum bezocht. Wat ik van hun begreep, was het aardig maar niet spectaculair, dus had ik niet zoveel gemist. De groep bestond uit zes Ieren, acht Engelsen, 2 Amerikanen en 2 Nederlanders. Ik had op indeling geboekt en werd ondergebracht met een Amerikaanse jongen, Scott. Bij het eten heb ik gelijk 2 typisch Peruaanse gerechten geprobeerd, namelijk Cevische en Pisco Sour. De cevische bestaat uit kleine stukjes, rauwe witvis aangemaakt met citroen en uien. Ik vond het erg niet lekker. De Pisco Sour is een drankje, dat bestaat uit brandy met opgeklopt ei en is absoluut aan te raden.
Dag 2 vertek uit Lima met de bus.Allereerst zijn we naar de opgravingen van Pachacamac gereden. Deze ruines bevinden zich een 30 km ten zuiden van Lima en stammen uit de periode 500 na Cristus tot ongeveer 1500. Het ligt aan de kust en geeft een aardig uitzicht over de uiterste sloppenwijken van Lima. Over de Pan American highway zijn we verder naar het zuiden gereden om die dag in Paracas te eindigen. De volgende ochtend was het vroeg op (een uur of 6) om de boot te nemen naar een stel eilanden ongeveer een 40 minuten varen van de kust. Deze eilanden de Ballesteras eilanden zijn onderdeel van een natuurreservaat. Op de eilanden zaten ontzettend veel vogels, zeeleeuwen en een stel penguins. De uitwerpselen van de vogels worden één keer per jaar van de rotsen afgehaald om tot kunstmest te worden verwerkt.
Eenmaal terug hebben we de bus genomen en zijn op weg gegaan naar Ica. Daar zijn we gestopt en hebben in het regionaal museum mummies, schedels en textiel bewonderd. Het klimaat blijkt zo droog te zijn dat allerlei zaken eeuwenlang bewaard kunnen blijven zonder weg te rotten. Vervolgens hebben we even ten zuiden van Ica een wijngaard bezocht waar ook de Pisco gemaakt wordt. Na de lunch zijn we weer in de bus gestapt en vond de volgende stop bij een oase, Huacachina plaats. Peru kent drie geografische gedeeltes, namelijk: woestijn, de hoogvlakte en regenwoud. De woestijn bevindt zich langs de kust en loopt van boven Lima tot aan Chili in het uiterste zuiden.
Deze dag zijn we geëindigd in Nazca.Nazca staat bekend om de Nazca lijnen. Dit zijn figuren in de woestijngrond, die gemaakt zijn door donkere stenen uit de grond te verwijderen zodat alleen lichte stenen overblijven. Over de betekenis en oorsprong verschillen de meningen: een astronomische kalender, eerbetoog aan de goden of een boodschap voor buitenaardse wezen. De tekeningen zijn waarschijnlijk gemaakt in de periode 900 voor tot 600 na Christus.
De volgende dag zijn we met een 4 persoons Cessna van 15 jaar omhoog gegaan om de lijnen te bekijken. Ik was blij dat ik geen ontbijt had genomen omdat de piloot op een hoogte van 150 meter met steile bochten rond de figuren vloog. Saillant detail is dat begin september een stel Duitsers om zijn gekomen die met 2 ongelicensieerde vliegtuigen omhoog zijn gegaan en die op elkaar geklapt zijn vlak boven de "aap". Verkeerde manier van geld besparen ?
Onderweg op de "Pan American highway" merk je door de verschillende politie-controles goed hoe bezorgd men In Peru nog steeds is over veiligheid. Terrorisme is redelijk in de kiem gesmoord, maar er worden geen risico's genomen. De president, Fujimoro is eigenlijk een dictator maar veel mensen zijn heel tevreden over hem omdat hij het land weer rustig heeft gekregen en daar profiteren de mensen van omdat ze een beter bestaan krijgen met een aantrekkende economie en stijgend toerisme. Daarnaast zijn bij die controles natuurlijk ook een aantal mensen, die wat extra geld willen verdienen, betrokken. In een land met veel armoede bestaat ook veel corruptie. Opmerkelijk vond ik dat je eigenlijk niet meer bedelaars ziet, dan hier in Europa.
Dertig km ten zuiden van Nazca hebben we de begraafplaats Chauchilla bezocht. Hier zijn we geconfronteerd met talloze mummies in tombes en zie je overal verspreid nog botten liggen. Ook hier zijn deze overblijfselen, dankzij het droge klimaat goed bewaard gebleven.
De nacht hebben we doorgebracht in Puerto Inca, een oude inca-haven in de "middle of nowhere" waar iemand een hotel heeft neergezet. Vanuit deze haven werd bijvoorbeeld vis door lopers verder gebracht en was binnen een dag in bijvoorbeeld Machu Picchu.
Dag 6 bestond uit een rit van 250 km naar Arequipa (2300 M). In Arequipa hebben we volgende dag een klooster bezocht, Santa Catalina en hebben de mummie Juanita gezien. Juanita is een paar jaar gelden gevonden na een vulkaanuitbarsting waarbij een gedeelte van de ijskap is gesmolten. Zij is destijds geofferd aan de goden en is de meest intacte mummie ooit gevonden dankzij het ijs waarin zij zich bevond. Arequipa wordt omringd door 3 vulkanen, die voor een prachtig zicht zorgen maar je wel doen realiseren hoe kwetsbaar de stad is.Verder hebben we de markt bezocht en dat was interessant, maar wel een plek die je beter niet alleen kan bezoeken en waar je goed op je spullen moet letten.
Dag 8 met het vliegtuig naar Juliaca. Hier zijn we echt de hoogte ingegaan en maakten we kennis met het tweede gedeelte van Peru, de hoogvlakte (altiplano in het Spaans) en de bergen. Via een korte stop bij de begraafplaats Sillustani Chullpa Tower zijn we naar Puno gereden. De begraafplaats ligt aan het meer van "Umayo" en dat is op 3830 mtr. eigenlijk het hoogste meer te wereld. Puno ligt aan het Titicaca meer en dat is op 3800m het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Vooral de eerste 2 dagen merk je dat elke stap op een dergelijke hoogte vermoeiend is. Een populair gerecht hier is forel afkomstig uit het meer. Hier maakten we foto-tourisme, mensen die geld willen voor het nemen van foto's van hun, voor het eerst mee.
Puno is de stad waar ontzettend veel wollen truien worden aangeboden. Hier kan je ook truien kopen van Alpaca-wol. Alpaca's zijn een soort lama's en daar wordt prachtige wol vanaf gehaald. Deze truien zijn hier voor schandalig lage prijzen te koop. Voor een trui van Alpaca-wol ben je ongeveer 25 a 30 gulden kwijt
Dag 9 is gestart met een boottocht van 3 ½ uur over het Titicaca meer naar het eiland Taquile. Onderweg zijn we nog even gestopt bij het Uros eiland. Dit is een eiland dat bestaat uit een laag riet van ongeveer een meter dik. Hier leeft men voornamelijk van het tourisme. Het Taquile eiland is een eiland waar de bewoners nog volgens oude (sommige zeggen Inca) cultuur leeft. De bevolking leeft van de landbouw en het maken van kleding. Afgezien van zonnepanelen en cola zie je geen moderne dingen. Je ziet iedereen overal breien, zowel mannen, vrouwen als kinderen. We hebben hier de nacht doorgebracht bij één van de lokale families. De volgende dag zijn we teruggegaan naar Puno en was de rest van de dag vrij om bijvoorbeeld nog meer truien te kopen. Ik had helaas teveel bagage meegenomen om meer kleding te kopen.
Dag 11 bestond uit een treinreis van Puno naar Cuzco. Dit is een afstand van ongeveer 250 km met een 40-tal stations door de bergen. Het begon wel grappig want in Juliaca besloten ze om de trein te gaan repareren. Dit duurde ongeveer 2 uur, zodat de gehele reis naar Cuzco ongeveer 14 uur in beslag nam. Het was een dieseltrein, die ook nog eens over een behoorlijke hoogte moest gaan, dus dat schoot niet op. Onderweg had je wel een prachtig uitzicht over de bergen en de hoogvlakte. Het hoogste punt in deze reis was 4300m.
Peru staat bekend om de enorme Inca-cultuur. Cuzco was de hoofdstad van het Inca-rijk. De Inca's hadden een bloeiperiode van ongeveer 1400 tot 1532. In dit jaar werd het rijk veroverd door de spanjaarden onder aanvoering van Franciso Pizarro. In ongeveer 100 jaar bouwden de Inca's een rijk op vanuit Cuzco dat zich uitstrekte tot aan Quito in Equador in het noorden, west grens Colombia, het noord-westen van Beazilië en een gedeelte van Chili in het zuiden. Kenmerk van dit rijk was dat de Inca's een strakke administatieve, bestuurlijke organisatie net een netwerk van wegen opzetten, zoals in die tijd nergens ter wereld nog te vinden was. Dit gecombineerd met de hoge mate van beschaving maakt de Inca's tot een unieke beschaving.
In en om Cuzco hebben we de volgende dag een tour gedaan. Cuzco staat bol van de Inca-ruines, zoals Sacsayhuaman ook wel uit te spreken als "sexy woman", en Spaanse kerken. Het is beslist de mooiste en leukste stad van Peru. De Spanjaarden hebben in hun oneindige wijsheid helaas wel veel verwoest, maar hebben wel weer hele mooie kerken neergezet. In de stad zie je nog wel veel gebouwen, die duidelijk op restanten van Inca gebouwen zijn neergezet. Deze herken je aan de grote sten, die perfect op elkaar passen en waarbij geen cement wordt gebruikt. Daarnaast lopen de muren van buiten naar binnen omdat dit ten goede komt van de stevigheid en dat is hard nodig in een gebied dat aardbeving gevoelig is. De stad heeft nog veel koloniaal uitziende gebouwen. Cuzco is ook uitermate geschikt om eens lekker uit te gaan en dat hebben we die avond ook geweten.
De volgende dag konden we een keuze maken of gaan raften gevolg door een bezoek aan Pisac, een heilige Inca-plaats of een vrije dag om Cuzco verder te bekijken. Ik heb voor de vrije dag gekozen en ben naar het archeologisch museum geweest en naar de markt. Op de markt is werkelijk alles te vinden wat je, je maar kan voorstellen is en is absoluut aan te raden.
Overal in de stad zie je restanten van de Inca's. De meeste kerken zijn in slechte staat en omdat er weinig of geen geld is voor restauratie zal dat voorlopig ook wel zo blijven. De volgende dagen van deze reis hebben we de Inca Trail gelopen en Machu Picchu, de heilige Inca-stad die nooit door de Spanjaarden is ontdekt, bezocht.
Dag 14 stond in het teken van de start van de Inca Trail. De Inca Trail is de naam van een tocht door de bergen naar Machu Picchu, een heilige Inca stad. Zeker is dat ook de Incas deze route hebben gebruikt gezien de kunstmatig aangelegde, geplaveide paden. Machu Picchu is pas in 1911 ontdekt door de Amerikaan Hiriam Bingham en staat ook wel bekend onder de naam "verloren stad". Dit omdat de Spanjaarden waarschijnlijk noot van het bestaan hebben afgeweten en dus ook nooit de kans hebben gehad om het te verwoesten. De Inca's kenden geen schrift en daarom is er ook niet veel bekend over Machu Picchu. Waarschijnlijk is het een heilige stad waar de toenmalige koning van Inca's heeft gezeteld en een andere betekenis zegt dat het een stad is waar een selecte groep jonge maagden heeft geleefd om de goden te dienen. Waarom Machu Picchu verlaten is door de Inca's is onbekend.
We zijn met de bus uit Cuzco vertrokken en hebben een tussenstop bij Ollantaytambo gemaakt. Dit is een Inca-tempel ook gelegen in de vallei van de rivier Urubamba, in het Spaans de "valle sagrado" (heilige vallei) genoemd. Na deze tempel gezocht te hebben zijn we een stuk verder gereden over een zandpad en zijn we bij km paal 78 gestart met lopen. De Inca-Trail start doorgaans bij km 88. De eerste dag was redelijk gemakkelijk, "Peruaans vlak". We zijn bij het dorp Chilca gestart op 2700 meter en hebben de eerste dag 11 km gelopen tot bij Llactapata op 2788 meter. Dit was een fort wat als bewaking voor de Inca Trail diende aangezien Machu Picchu waarschijnlijk een heilige stad was waar niet iedereen werd toegelaten. Gelijk de eerste dag zagen we al een condor vliegen. Alleen wat minder was dat we s middags regen hadden.
De tweede dag zijn we de hoogte ingegaan tot 3680 bij Llullucha-pampa. Dit is een kampplaats ongeveer 500 meter onder de "dead womans pass" , die met 4200 meter het hoogste punt van de trail is. De afstand, die we gelopen hebben de tweede dag was 10 km. Alleen de laatste paar kilometer waren zwaar vanwege de steile hellingen en de hoogte, die mee begon te spelen.
Hier merkten we hoe belangrijk een redelijke voorbereiding is. Doordat we enkele dagen al op hoogte hadden doorgebracht, hadden we weinig moeite met de hoogte. Het gebeurt vaak dat mensen van Lima gelijk naar Cuzco vliegen en een dag later aan de Inca Trail beginnen en dan grote problemen met de hoogte en de inspanning krijgen. Hoogte-ziekte kan levensgevaarlijk zijn als het niet op tijd herkend wordt. enige aanleg is noodzakelijk, maar de risico's worden kleiner door acclimatisering. Doorgaans treedt hoogte-ziekte alleen op boven de 4000m, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Als je op een dergelijke hoogte overnacht, wordt het flink koud. Die nacht kwam de temperatuur tot ongeveer op het vriespunt.
Dag 16 met vertrek 7.30 was de zwaarste dag. De 500 meter hoogteverschil en een afstand van 2 km naar de top duurde ongeveer 2 uur. Na de pas ging het steil naar beneden en zijn we in 2 a 3 km afgedaald naar 3700 meter. Tevens was het na de pas de start van het geplaveide gedeelte van de trail. De Incas hebben grof geschat ongeveer 25000 km paden aangelegd in hun rijk waarvan het merendeel geplaveid was.
Na de afdaling ging het weer omhoog. Eerst nog langs de tempel van "Runkuraqay" en dan omhoog de tweede pas op van 3998 meter. De tempels, die we onderweg tegenkwamen, zijn dus alleen maar te voet te bereiken. De uitzichten waren adembenemend onderweg. Overal bergen om je heen en alles was groen op die bergen. We bevonden ons niet zo heel ver onder de evenaar en dat betekent dat het daar eigenlijk nooit echt koud is en dat de boomgrens veel hoger dan in de Alpen is. Ik schat de boomgrens daar op ongeveer 3300 meter.
Eén keer per jaar wordt er vanuit Cuzco een marathon georganiseerd over de Inca Trail. Waar wij 4 dagen over deden, doen deze mensen in 4 1/2 uur. Toen wij gedurende deze dag liepen te zwoegen om naar boven te komen, liepen enkele ons voorbij alsof we stil stonden.
Na de tweede pas zijn we afgedaald naar 3728 meter bij de ruïne van "Sajamarca". Hierna zijn verder gegaan om bij de tempel van "Phuyupatamarca" te overnachten. Hier hebben wij vlak boven overnacht op de top van de derde pas op ongeveer 3700 meter. Deze dag hebben we een afstand van 16 km afgelegd. De derde dag was met afstand de zwaarste dag. De trail is goed te lopen voor mensen met een redelijke conditie, maar moet zeker niet onderschat worden.
Jaarlijks lopen duizenden mensen de trail. Het touristenseizoen heeft als hoogtepunt december, januari. In de bergen zijn we bijna niemand tegengekomen. Halverwege de tweede dag zijn we het laatste bewoonde punt tegengekomen. Het is werkelijk prachtig daar. Overal om je heeen zie je bergen en alles is groen ondanks dat het regenseizoen nog moest beginnen. Reizen in een groep is aan te raden in de bergen, omdat je werkelijk geen bewoonde wereld om je heen hebt en dat ook daar risico op beroving bestaat.
De laatste dag van de trail ging voornamelijk bergafwaarts richting Machu Picchu. Het eerste zicht op Machu Picchu hadden we na een paar uur. Begin september was er een enorme bosbrand uitgebroken, die op alle bergen rondom Machu Picchu schade heeft aangericht en tot op de rand van MP is gekomen. De oorzaak van deze brand was waarschijnlijk een boer, die een stukje land liet afbranden voor een betere vruchtbaarheid van het land.
Via "Huinay Huayna", een ander Inca-complex en een heleboel boel bos kwamen bij na in de namiddag aan bij "Iti Punku" (poort van de zon). Na een steile, korte klim sta je in een keer oog in oog met Machu Picchu. Op een afstand van ongeveer 1 km en een 100 meter hoger heb je een prachtig uitzicht op Machu Picchu. Na hier de lunch te hebben genuttigd hebben we het stuk van de trail naar Machu Picchu volbracht. Uiteindelijk bevindt je je hier op 2460 meter hoogte.
We kwamen om ongeveer 3 uur s middags daar aan. Op dat tijdstip was het heerlijk rustig en dan is het prachtig daar. Onderaan de berg ligt het dorp Aguas Calientas en hier kan je met de trein komen vanuit Cuzco. Een keer per dag gaat deze trein en brengt dan 6 a 700 toeristen, allemaal met schone kleren, hagelwitte hoedjes en sommige zelfs op naaldhakken. Na 4 dagen ongestoord door de bergen te hebben gelopen, niet gedoucht en geschoren te hebben, is de confrontatie met de beschaafde wereld vrij schokkend.
De nacht hebben wij doorgebracht in Aguas Calientas. s Avonds hebben we ons weer eens goed kunnen wassen in de warm waterbronnen aldaar. De volgende dag zijn we om half acht nog een keer teruggegaan naar boven om nog in alle rust Machu Picchu te kunnen bekijken. De tourleider was een Peruaan en heeft ons een gedetailleerde uitleg over Machu Picchu gegeven. Om ongeveer half elf kwam de horde boven en toen was het gebeurd. De betovering was op slag verbroken.
s Middags hebben we de trein terug genomen naar Cuzco. De volgende dag was een vrije dag in Cuzco die we gebruikt hebben om nog een museum te bekijken en s middags ben ik met een aantal mensen alsnog naar Pisac geweest. Pisac is een dorpje met een bekende kunst-markt en ongeveer 600 meter boven het dorp ligt een Inca-complex met enkele forten erbij. Deze ruine is ook in redelijke staat, maar vergeleken met Machu Picchu stelt het niet zo heel veel voor en dit hadden we dus eigenlijk voor de Inca Trail moeten bezoeken.
Dag 19 terug met het vliegtuig naar Lima. s Middags ben ik naar het nationaal museum geweest. Naast een redelijk complete en uitgebreide tentoonstelling over de geschiedenis en ontwikkeling van Peru was er een speciale tentoonstelling, Siphan over de vondsten in een graftombe van een landheer. Deze tombe is intact gevonden en bevatte naast allerlei gouden voorwerpen een intacte mummie en talloze gouden kledingstukken.
Helaas was dit het laatste van een geweldige periode in een heel mooi land. De reis is mede goed bevallen door een prima organisatie, de hotels waren beter dan verwacht en het bleek heel leuk te zijn om met een internationale groep te gaan. Ik kan het dus iedereen aanraden. Volgende vakantie, die die kant opgaat, zal waarschijnlijk naar Ecuador of Nicaragua gaan.
Einde
Laatste wijziging: 22-10-98
© 1998: Jeroen
promo
(Verwijder de x voor email)