Sri Lanka en de Malediven

(16 juni / 3 juli 2001)

Dambula & Sigiraya
Polonnaruwa
Kandy (I)
Kandy (II)
Nuwara Elliya - Galle
Hikkaduwa - Colombo
Colombo - Male
Malediven

Deze reis begon eigenlijk al in maart van dit jaar toen wij over een mogelijke bestemming praatten voor onze huwelijksreis want toen kwam ik erachter dat ik als bruidegom de reis hoorde te organiseren en mijn aanstaande vrouw mee moest verrassen. Bij het bekijken van folders over Sri Lanka liet zij al vallen dat zij graag naar Sri Lanka wilde om de olifantjes toe voeren met een fles. Aldus geschiedde dat ik bij Globas verre reizen een reis naar Sri Lanka en de Malediven boekte zodat wij nog wat konden doen en zien en vervolgens romatisch op een eiland konden gaan uitrusten.

Sri Lanka is een eiland met een lengte van zo'n 1330 km en ligt zuid oostelijk van India. Het eiland kent 2 moesson periodes, van mei tot september aan de westkant en het zuiden en van november tot maart de oostkant. Het eiland heeft circa 18 miljoen inwoners die voor 75% uit Singalezen bestaan en praktisch 25% Tamils. De bevolking is voor ongeveer 70% boeddistisch, 15% hindoeistisch.

Aangenomen wordt dat Sri Lanka reeds in de 5e eeuw voor Christus bewoond werd. Tot 1815 had Sri Lanka een koning. Het eiland werd eerst gedeeltelijk door de Portugezen bezet. Zij nodigen de Hollanders uit om de locale bevolking te onderwerpen middels the koning van Spanje (Phlip III) zo rond 1602. De Hollanders sloten vervolgens een verdrag met de koning in Kandy en verdreven de Portugezen van het eiland. Zij hebben nooit het hele eiland bezet maar zij namen de handel over en mochten forten ter verdediging langs de kust bouwen. Langzamerhand werden de Portugezen compleet verdreven en werd ook een legale en constitutionele macht over celylon neergelegd. Ceylon zoals het toen genoemd werd, vervulde een belangrijke rol in de verdere uitbuiting en bezetting van zuidoost azie.

Vanaf 1796 werd Ceylon geheel door de Engelsen bezet. Vanaf 1948 is Ceylon, zoals het sinds de Portugezen heet, onafhankelijk en hernoemd in de republiek Sri Lanka. Sedert 1983 kent het land een burgeroorlog die zich voornamelijk in het noorden afspeelt waar de Tamils naar een aparte afgescheiden staat streven.

Tweede opmerkelijke feit van deze reis was dat op donderdag 14 juni midden in de laatste voorbereidingen voor de bruiloft de telefoon ging. Het was mijn moeder die de reispapieren nog eens door zat te kijken. Wat bleek, wij gingen op zaterdag weg en niet op zondag zodat wij gelijk na de bruiloft weg moesten. Ik was er heilig van overtuigd dat wij op zondag de 17e weg zouden gaan. Gelukkig kon in de stress van de voorbereiding er ook nog wel bij om de koffer vast te pakken.

De volgende dag was het dan eindelijk zover. Na een geweldige dag met een fantastisch feest waren wij om 1.00 uur 's nachts terug en na het uitpakken van alle enveloppen en het lezen van de kaarten konden wij om 3.00 uur eindelijk gaan slapen. Dit moest wel aangezien wij bijna ziek van vermoeidheid waren. Ik was nog nooit zo moe. Een uur later ging de wekker en om 5.00 stond de taxi voor de deur. Na 3 koppen expresso zijn wij naar Schiphol gegaan om om 7.15 naar London te gaan. Daar vertrokken wij weer rond 11 uur en tot Colombo hebben wij eigenlijk alleen geslapen en gegeten. Het eten bij Sri Lankan Airways was best goed. In dit vliegtuig, een airbus hadden wij een persoonlijk tv-scherm en je kon de start en landig via een kamera in de neus volgen. De landing in Colombo 's nachts rond 3 uur was indrukwekkend via de tv-schermen te volgen.

17 juni

Wij werden netjes van het vliegveld opgehaald door iemand van de lokale agent en samen met 2 andere Nederlanders naar verschillende hotels gebracht. Om 4.15 kwamen wij aan in het hotel Browns Beach in Negombo. Dit was meteen wel weer een ander hotel dan in de folder zat, dus wat stond ons nu weer te wachten. Het bleek een prima en mooi hotel te zijn, dus geen klagen. Wij zijn gelijk gaan slapen en werden de volgende middag pas weer wakker om 15.00.

Die dag hadden wij alleen een ontmoeting met hun lokale agent, die met ons het programma kwam doornemen wat de volgende dag zou starten. Ook nu weer een verrassing wat dat was precies omgedraaid aan wat in de gids stond. Hij vertelde dat dit was gedaan om het reizen te minimaliseren. Verder was die dag een rustdag en hebben wij alleen nog maar wat gegeten en zijn saai weer gaan slapen.

18 juni Dambula en Sigiraya

Om 7.30 werden wij opgehaald uit het hotel door de gids, chauffeur die met ons en dezelfde twee Nederlanders een toer zou maken van 7 dagen. Siripala de gids vroeg ons eerst om geld (200 R$ roepies ongeveer Fl 3,- p.p) dat hij kon gebruiken om iedereen tipgeld te geven, want wij namen natuurlijk de koffer mee en begonnen al weer met geld te geven aan de kruier van het hotel. Later bleek dit een hele juiste stap te zijn omdat hij precies weet wat hij wanneer moet geven en als buitenlander geef je vaak te veel.

Onderweg was na een uurtje onze eerste stop bij een rubberplantage. Hier wordt zo'n 30 liter latex per ha per dag gewonnen. De volgende stop was zo'n 2 kilometer verderop bij een baksteen fabriekje. Hier maakt men stenen door klei met de hand in een malte stoppen. De steen wordt eruit gehaald, gedroogd en tenslotte gebakken in een soort van oven die bestaat uit de te bakken stenen, die opgestapeld worden in afgesloten stapel waarbinnen dan een vuur wordt gestookt.

Traditionele wijze stenen maken

Vervolgens zijn wij naar Dambulla doorgereden om het 2000 jaar oude grottenklooster te bezoeken. Na een heftige klim in een behoorlijke hitte en vochtigheid vind je in 5 grotten talloze beelden ter verering van boeddha. Het oudste beeld is in de eerste grot te vinden en is compleet in de rots uitgehouwen. De andere beelden zijn voornamelijk door burgers geschonken in de loop van de eeuwen en afhankelijk van wanneer zij voldoende geld ter beschikking hadden om met de gift van een beeld boeddha te eren. De laatste grot is ongeveer 25 jaar geleden aangelegd. Het pleisterwerk in deze grot begint nu al los te laten terwijl in de eeuwen oude grotten, zoals de eerste het pleisterwerk nog vrij compleet is.

Hierna zijn wij gaan lunchen in Dambulla en daarna zijn wij doorgereden naar Sigiraya. Eigenlijk zouden wij eerst naar Polonnaruwa gaan maar dan zouden wij de volgende dag weer een eind terug moeten gaan. Sigiraya, de leeuwenbek is een steile 200 mtr hoge rots waar een koning Kassapa I eind 5 eeuw na Christus zijn paleis bouwde om vanuit te regeren. Het was ontzettend warm en wij gingen steeds meer tegen de beklimming opzien toen wij dichterbij kwamen en door de tuinen en langs de irrigatiewerken naar de rots liepen. Een mooi verhaal is dat de koning zijn vader levend heeft laten inmetselen zodat hij hem niet meer kon bedreigen want zijn zuster was vanwege een futiliteit door de vader op de brandstapel levend verbrand.

Sigiraya vanaf 1 van de vijvers gezien

De eigenlijke beklimming viel wel mee omdat het in etappes naar boven gaat. Indrukwekkend zijn de fresco's halverwege de berg en de ijzeren trappen uit 1945. Aan de achterkant kom je voor je de laatste trap moet bedwingen eerst langs een paar leeuwenpoten en is duidelijk waarom deze berg leeuwenbek heet. Wanneer je dan helemaal boven bent, heb je een prachtig uitzicht over de hele omgeving. De ruines van het verwoeste complex stellen niet zo heel veel meer voor, maar je krijgt wel een indruk dat het destijds een impossant paleis geweest moest zijn. Al met al is het zeker de moeite waard om de klim te maken.

Wij zijn die dag geeindigd in hotel Giritale met een prachtig uitzicht op het gelijknamige meer om zo ook vlakbij Polonnaruwa de volgende dag te kunnen starten. Hotel Giritale is een mooi hotel, prachtig gelegen, maar het eten stelde niet veel voor. Dit in tegenstelling tot alle andere hotels. Misschien had iets te maken met het feit dat het laagseizoen was, maar chocolademousse die naar alles behalve chocola smaakte en vis uit het meer die zo zout was dat het echt niet lekker was, maakten niet veel indruk.

19 juni Polonnaruwa

Polonnaruwa was de hoofdstad zo vanaf 900 tot 1200 na Christus en drie koningen hebben hier talloze paleizen en kloosters laten bouwen. Elke koning koos zijn hoofdstad en liet zijn eigen paleis en tempels bouwen en dat leidde tot verschillende hoofdsteden en paleisen. Sri Lanka is onafhankelijk sinds 1948 en een republiek sindsdien.

De stad ligt aan een groot aangelegd stuwmeer dat voor irrigatie gebruikt wordt. Op het eiland vind je verschillende van dit soort meren die ookwel tank genoemd worden.

Wij hebben als eerste het beeld van Parakramabahu bezocht dat zich net buiten de stad en het paleis bevindt. Het museum bij het complex bevat veel mooie en gave stukken die bij de opgravingen teruggevonden zijn. Het complex is behoorlijk groot en wordt omringd door een stadsmuur. Je hebt zeker 3 tot 4 uur nodig om het gehele complex te zien en dat is het ook waard. Er zijn nog restauraties gaande onder de vlag van Unesco. Na het museum zijn wij naar het paleis gegaan van Parakramabahu binnen de muren dat uitzonderlijk hoog is. Daarnaast vind je prachtige versieringen op de muren van de raadzaal en de tempels bij het paleis.

De "vatadage" is 1 van de tempels gewijd aan de heilige tand. Dit relikwie is zogezegd een tand van boeddha die overgebleven is na zijn dood en verbranding en omdat is het enorm belangrijk vanwege zijn afkomst. Ek koningschap heeft eeuwen lang elke keer een nieuw heiligdom laten bouwen. Hier vind je maar liefst 3 tempels gewijd aan de heilige tand van boeddha want er waren drie koningen die deze stad als hoofdstad hadden gekozen. Onze chauufeur annex gids Siripala wist hier enorm veel te vertellen over de geschiedenis en uberhaupt over de cultuur op Sri Lanka.

    

Vatadage: helige tand tempel koning Parakramabahu

In het tempelcomplex buiten de stadsmuren vind je onder andere een tempel met een enorm boeddha beeld van zo'n 13 meter hoog. Dit deed denken aan de beroemde boeddha's in Afghanistan, die onlangs zijn opgeblazen. Vlakbij vind je ook de tempel met de enorme "dagoba", zoals dergelijke tempels genoemd worden.

Dagoba Rankot Vihara

Het derde complex betreft de "Gal-vihara" (het stenen klooster). Dit bevat vier enorme in de rots uitgehouwen beelden uit de 11e eeuw.

  

Gal-vihara

Tot slot kwamen wij bij het "jetvana" klooster waar indrukwekkende, nog behoorlijk intacte fresco's uit de 12e eeuw te zien waren.

Het was die dag erg heet en na ruim 3 uur in het uitgestrekte complex doorgebracht te hebben, zijn wij eerst gaan lunchen bij het resthouse naast het museum. Hier kregen wij alleen een kaart met keuze uit een oosters menu. Was dus eigenlijk geen keuze en met een prijs van 5$ gewoon duur ook gezien het matige eten.

Nog in dezelfde omgeving zijn wij vervolgens in een houtsnijfabriekje beland. Inclusief winkel natuurlijk. Ik heb zelf een klein ganesh-beeld en Louise een olifant gekocht. Op beide hebben wij redelijk afgedongen en kwamen wij zo'n 40% goedkoper uit. Afdingen is een zaak die wel degelijk van je verwacht wordt. De Sri-lankezen laten ook heel duidelijk merken wanneer hun laagste prijs bereikt is en gaan daar zeker niet onder.

Onderweg naar Kandy zijn wij in Habarana gestopt voor een niet geplande tocht op een olifant. Voor 15$ pp hebben wij een uur rondgehobbeld. Ik vond het leuk om eens een keer te doen. Onderweg kwamen wij ook langs een huisje kwamen waar iemand toevallig kleine bananen stond te verkopen die de olifant natuurlijk heerlijk vond. Gelukkig kwamen wij ook iets spontaans tegen namelijk onderstaande visser.

  

Olifant rit

Vervolgens zijn wij doorgereden naar Kandy om 2 uur later in hotel Topaz aan te komen. Dit hotel ligt bovenop een berg en je hebt een geweldig uitzicht over de stad. Waarschijnlijk heb ik de portier beledigd om hem maar 40RS voor het sjouwen van onze koffer te geven, want hij keek ontzettend lelijk en bedankt kon er niet af. Fooien geven in Sri Lanka is behoorlijk verwarrend want je geeft vaak of te weinig of te veel.

20 juni Kandy

Na lekker uitgeslapen te hebben en gezwommen te hebben gingen wij pas om 11.30 weg om het olifanten weeshuis in Pinnawela te bezoeken. Dit is een touristenattractie eerste klas maar wel erg leuk. Op weg daar naar toe viel op dat het verkeer werkelijk een chaos is waarin iedereen elkaar om de haverklap snijdt. Door de drukte duurt het ook even om de korte afstand af te leggen en even voor 1 uur kwamen wij aan en dat was net op tijd voor het voeren van de kleine olifantjes. Alle kleintjes zijn in het weeshuis geboren en de groep bestaat in totaal uit ongeveer 70 olifanten. Je kan hier natuurlijk samen met een olifant op de foto en je mag ze ook aanraken. De verzorgers verwachten dan wel een tip.

Melk voor de kleine olifanten

Na het voeren zijn wij even naar de bank gegaan aldaar om te wisselen waar wij weer een hele goede koers kregen. Vervolgens zijn wij verder gelopen naar de rivier waar om 14.00 de hele meute door het winkelstraatje naar beneden kwam voor hun tweede bad. Elke dag kunnen de olifanten van 10.00 - 12.00 en 14.00 tot 16.00 in de rivier. Enkele olifanten werden apart gehouden en zo vertelde onze gids dat was omdat ze loops waren en dan kunnen ze hele meute op stang jagen. Een paar minuten daarna kwam de rest van de meute naar beneden.

    

Badderuurtje

Wanneer de hele meute naar beneden komt is dit erg indrukwekkend. Vanuit het restaurant dat heel tactisch naast de badplaats ligt, heb je een prachtig uitzicht op de beesten. Tijdens het badderen gebeurt er weinig afgezien van enkele olifanten die hun eigen interesses volgen en terug worden geroepen.

Om ongeveer 15.00 verlaten wij Pinnawela. Eerste moet echter nog een leren tas gekocht worden en daar moet natuurlijk weer over onderhandeld worden. Na het bereiken van de minimum prijs zijn wij weggelopen zonder te kopen. Daar kregen wij toch spijt van en zijn teruggegaan om de tas alsnog te kopen. Vlak buiten dit dorp zijn wij gestopt bij een kruidentuin. Na een uitleg kregen wij ook een demonstratie van allerlei producten waaronder diverse massage-olieen, die op ons uitgeprobeerd werden. De producten tbv. sexuele problemen werden niet gedemonstreerd. Natuurlijk kon dit ook allemaal gekocht worden. Een behandeling van 30 dagen voor bijvoorbeeld spataderen van 3 flesjes olie en 3 flesjes balsam kwam uit op ongeveer fl 100,-. Dit vonden wij toch een beetje te gek worden.

Vervolgens zijn wij haastig teruggereden naar Kandy want de gids had kaartjes geregeld voor een dansvoorstelling in de Kandy lake club. Het verkeer onderweg was enorm druk dus wij kwamen net iets te laat. De traditionele dansen lijken een beetje op de dansen die ik in Indonesie al eens gezien heb, maar ik vond dit wat minder elegant. De voorstelling viel mij een beetje tegen.

21 juni Kandy

Het meest belangrijkste in Kandy is waarschijnlijk de tempel van de gouden tand. Deze tempel herbergt het relikwie waaronder een tand van boeddha schuilgaat. Deze tand wordt beschermd door 7 in elkaar vallende dagoba's, een soort van bekers in de vorm van een traditionele tempel, gemaakt van zilver en rijk versierd. De tempel wordt streng bewaakd omdat een paar jaar geleden de Tamils een bomaanslag op de tempel pleegden.

De tempel kent een apart museum voor de olifant, die ruim 50 jaar het jaarlijkse kandy-festival, Esala Perahera heeft gelopen met het relikwie van de tand van buddha. Deze olifant is pas overleden en heeft als eerder een eigen museum gekregen vanwege zijn roemruchte loopbaan. In het museum worden vooral foto's uit zijn loopbaan getoond en enkele stukken gedragen tijdens de parade van het festival.

Elke ochtend om 10.00 start een ceremonie om de tempel van de tand open te stellen. Eerst mogen de hoogwaardigheidsbekleders naar binnen om eer aan de tand te betonen, vervolgens mogen de mensen die giften aan de tempel geven en uiteindelijk mag het normale volk naar binnen om samen met de touristen bovenlangs voor een luikje voorbij schuifelen waar men een korte blik op het relikwie kan werpen. Je ziet echter niet meer dan een zilveren schaal in de vorm van een dagoba. Monniken nemen door het luik giften aan en belemmeren het verdere zicht.

Duidelijk wel is dat dit relikwie voor de Sri Lankezen enorm belangrijk en heilig is. De tempel ligt eigenlijk midden in het konklijke paleis en en gebouw achter de tempel kent een prachtige inrichting waar de geschiedenis van de helige tand in afbeeldingen wordt uitgelegd.

Ruimte waar de geschiedenis van de tand wordt uitgelegd

De volgende stop in Kandy was een batik-fabriekje. Ook hier wordt je natuurlijk weer naar een winkel geleidt. Wij hebben niets gekocht omdat het best wel duur was.

Vervolgens zijn wij in een zogenaamd juwelenmeuseum beland. Dit was natuurlijk niets meer dan een winkel. Louise werd natuurlijk bestookt om een mooie ring te kopen. Na een serieus potje onderhandelen door haar zelf kwam ze op de bodemprijs uit, maar die lag net boven ons budget, dus helaas dat ging niet door. De prijs was toch best wel goed en achteraf hebeb wij toch wel een beetje spijt dat wij niet hebben toegehapt.

Wij waren natuurlijk met de andere twee Nederlanders op pad en aangezien wij niet slaagden en zij nog bezig waren, hebben wij moeten wachten. In die tijd hebben wij met onze verkoper zitten praten en dan bleek weer eens hoe vriendelijk en open de Sri Lankezen zijn. Hij bleef namelijk vriendelijk en baalde niet van een gemiste kans. Hij vertelde ons bijvorbeeld dat enkele soorten edelstenen uit het noorden komen, maar daar mag al jaren niemand meer komen in verband met de burgeroorlog. Hij kwam daarvoor regelmatig in het noorden en het schijnt een erg mooi gedeelte te zijn van het land wat weer compleet anders is als de rest.

Het volgende bezoek was aan de botanische tuin. Deze tuin is absoluut de moeite waard. De enorm schuin groeiende bomen waren absoluut een foto waard echter toen hielden de batterijen van mijn kamera ermee op. Na de lunch ging onze gids op zoek naar batterijen en net buiten de ingang bleken die te krijgen te zijn en nog goedkoper dan in Nederland. De lunch in het park was behoorlijk duur want voor een tosti betaalden wij 200 R$, ongeveer 6 gulden. Na de lunch kon ik weer foto's maken en hebben wij de talloze vleermuisen nog bekeken en een orchideeen-kwekerij.

  

vleermuizen en orchideeen

Deze dag was ook nog eens de dag waarop de buikproblemen de kop opstaken bij ons beiden.

Vervolgens zijn wij vertrokken naar Nuwara Eliya, de hoogste stad op Sri Lanka namelijk op een hoogte van 1900 meter midden tussen de thee-plantages. Onderweg in de bergen zijn wij gestopt bij een veld waar een groep vrouwen theebladeren aan het plukken waren om wat foto's te maken en ook hier vroeg men geld voor de foto's. Probleem was hier dat 10 vrouwen op de foto wilden. Ik heb 50 R$ gegeven aan de vrouw die ik op de foto genomen heb en onze reisgenoot deed hetzelfde bij een ander.

Thee pluksters

Ik begrijp het best wel omdat het niet leuk is om de hele dag voor toeristen te glimlachen en het een goede aanvulling op hun loon is. Aan de andere kant baal je ook wel eens omdat je voor alles geacht wordt te betalen en het gebeurt vaak dat je door je kleingeld heen bent en zeker met zo'n georganiseerde reis waar bijna alles voor je betaald wordt..

Verder op de berg zijn wij bij de theefabriek van Glenloch gestopt. Het proces van thee maken, was erg interessant. Het rook erg lekker. Helaas was ik nu echt door het kleingeld heen en heb ik de foto's genomen zonder een tip te geven. Ook degene, die ons rondleidde wachtte duidelijk op een tip en was zo te zien teleurgesteld dat hij dit niet kreeg. Natuurlijk was ook hier een winkel en konden wij thee kopen. Een kilo thee blijkt afkomstig uit ongeveer 20 kilo theebladeren. Na drogen, branden, sorteren en formenteren wordt die kilo dan in verschillende kwaliteit thee gescheiden. De beste kwaliteit thee moet ongeveer 400 R$ (Fl 6,- ) per kilo opbrengen.

  

Thee fabriek van Glenloch

Het laatste stuk ging verder door de bergen omhoog. Na enige tijd kwamen wij een jongen tegen die stond te zwaaien met een bos bloemen. Even later na de volgende bocht stond hij er weer en bleek dus dat hij die bloemen wilde verkopen. Hij is vervolgens nog 2 hellingen opgehold om ons aandacht te trekken, maar helaas voor hem zijn wij niet gestopt. Ik heb wel een enorm respect voor mensen die zo hun best doen om iets te verkopen maar je kan niet alles kopen of aan iedereen blijven geven. In Sri Lanka wordt behoorlijk wat gebedeld. Onze chauffeur leek hierdoor soms ook geirriteerd te raken of hij voelde zich beschaamd.

In Nuwara Elliya zijn wij eerst gestopt bij het St. Andrews hotel. Dit is een prachtig coloniaal hotel. Wij kregen gelijk een sapje aangeboden echter na enkele minuten bleek dat hier niet gereserveerd was maar dat wij naar de Gallway Forest Lodge moesten. Dit hotel ligt aan de andere kant van het dorp, is modern en keurig ingericht. Ook de mensen hier waren heel vriendelijk want wij kregen gelijk thee aangeboden. Eten was ook erg goed en ik kon het matuurlijk niet laten om mij in te houden met eten ondanks buikproblemen dus dat werd weer wat erger.

22 juni Nuwara Elliya - Galle

's Nachts hadden wij voor het eerst regen en storm. De volgende dag was het echter weer mooi weer en zijn wij in een lange rit bergaf naar het zuiden gereden. Deze dag hebben wij de langste afstand afgelegd van de hele reis. Ik had behoorlijk last van mijn maag en moeite om de misselijkheid te bedwingen. Even buiten de bergen zijn wij gestopt bij een honingmakerij. Ook hier zaten wij weer met de wisselgeld problematiek want wij hadden geen van alle genoeg. De praktische oplossing is dan dat in ieder geval 1 iemand betaalt en zo was iedereen tevreden.

  

Honing-fabriek

De honing werd van suikerruit gemaakt. Echter pas een dag later vernamen wij van de gids / chauffeur dat de honing als half-fabrikaat dient omdat ergens diep in de jungle van de honing alcohol gemaakt wordt.

Wanneer de weg dan eindelijk in het zuiden aankomt bij de zee, gaat de weg vervolgens met een bocht naar het noorden langs de kust. Even verderop stopten wij voor de lunch en vlak daarna weer bij Kudawella voor het "blowhole". Dit is een merkwaardige trekpleister waar de zee door een gat in de rotsen stroomt en een effect te weeg brengt als bij een geiser. Het stelt niet veel voor maar was wel leuk omn te zien.

Even buiten Matahara en vlak voor Galle zijn wij gestopt voor het beroemde paalvissen. De lokale vissers zitten op een bamboe-paaltje eigenlijk midden in de branding te vissen. Ik werd door een Sri-Lankees uitgenodigd om mee te gaan op een soort van strekdam omdat ik daar dichterbij kon komen. Via een bosje waar plotseling een hele groep mensen bleek te zitten kwamen wij op de dam terecht. Ik had een prachtig uitzicht daar. Toen ik mijn foto's had genomen, stond ik voor het probleem wel of geen geld te geven aan de jongen die mij daar naar toe had gebracht. De vissers stonden ver weg in het water en de jongen die mij daar naar toe bracht, vroeg eigenlijk niets. Ik heb hem toch 50 R$ gegeven en gevraagd om het met de vissers te delen maar omdat hij de indruk wekte het helemaal niet zo bedoeld te hebben, was ik ook in verwarring, had ik misschien helemaal niets moeten geven?

  

Stealth-fishing

Ik kreeg in ieder geval wel op mijn kop van Louise omdat ik zo maar met een onbekende was meegegaan (Vroeger begreep ik mijn moeder ook niet zo goed toen zij iets soortgelijks zei).

Tegen 18.30 uur kwamen wij aan in Galle waar wij de restanten van het Hollandsae fort uit 1640 in een vogelvlucht bekeken hebben. Het fort is erg bouwvallig, sommige muren waren gedeeltelijk nog in prima staat en indrukwekkend maar in het geheel genomen valt het een beetje tegen. In de tussentijd ben ik erachter gekomen dat dit fort op de wereld monumenten lijst staat, maar wat de praktische consequenties daarvan zijn, weet ik niet.

Rond acht uur 's avonds kwamen wij vervolgens aan in hotel Corel Garden in Hikkaduwa. Het eten was wederom uitstekend echter ook hier hielden de obers een wedstrijd in tafel afruimen en bonnetjes om te tekenen voor de drankjes die gelijk onder je neus gelegd worden.

23 juni Hikkaduwa - Colombo

Na het vertrek om 9.00 was onze eerste stop bij een museum voor maskers. Deze maskers worden vooral bij traditionele dansen gebruikt. Het was erg warm in de kelder van de winkel waar het museum is gehuisvest. De maskers waren mooi om te zien maar niet bijzonder. Ook hier was natuurlijk een winkel maar wij hebben ons ingehouden want een mooi masker kost behoorlijk wat en of je er iets meedoet thuis is nog maar de vraag. Een kleine donatie aan museum hebben wij wel gedaan.

De tweede stop was bij Balupitaya een klein stukje verder om een tocht te maken over de rivier Madu Ganga. Dit was echt een leuke, onvoorziene tocht omdat het niet gepland was en wij nu midden in de natuur terecht kwamen. Wij hadden al eerder gevraagd om naar een reservaat te gaan maar dit was niet mogelijk vanwege de tijd van het jaar en onze planning. Vlak bij zee heb je mangrove bossen langs de rivier en op een meer zagen wij een stel visarenden. De plaatselijke vissers zetten met netten de hele rvier af en vangen zo de meeste vis die voorbij komt. Je kan zo nu en dan vis zien opspringen om zo over de netten te komen. Vanuit een huisje vlakbij op palen houden de vissers dan de netten in de gaten.

   

Rivier vissers

Midden op het meer lag een eiland waar wij gestopt zijn.Dit was het zogenaamde kaneel-eiland want het stond vol met kaneel-struiken. Op het eiland kregen wij van de pachter een demo in het maken van kaneelstokjes. In feite schilde hij de bast van de struiken en snee deze tot stokjes. Hij was eeen vriendelijke en wat oudere man en dus waren wij snel verkocht om 2 zakejes met kaneelstokken te kopen voor RS200 (Fl 6,-). Ik vond dit 1 van de mooiste momenten van de tocht. De man zei namelijk niets maar had een enorme vriendelijke uitstraling. De tocht met de boot zelf was RS500 per persoon en absoluut de moeite waard..

  

Kaneel-eiland

Niet veel verder was de volgende stop namelijk een zeeschildpadden-farm. Ter bescherming worden de eieren opgegraven en opnieuw maar dan beschut weer begraven. Na uitkomen blijven de kleine schildpadden 3 dagen in een apart bassin om hun open buik dicht te laten groeien. Ook vissers komen met eieren naar hun en die kopen zij dan op voor RS 3 per stuk. De boerderij draait op donaties en verkoop van souvenirs.

Na nog eens 3 dagen worden de schildpadden dan uitgezet op hetzelfde strand waar de eieren gelegd zijn omdat zij dit waarschijnlijk herinneren om later terug te komen om zelf eieren te leggen. Een klein percentage van de uitgezette dieren haalt het maar om door de vloed heen te komen maar de verwachting is wel dat de kans groter is omdat ze een rust van zes dagen hebben gehad in tegenstelling tot degene, die in het wild geboren worden.

Zij hadden ook een albino rondzwemmen die echter nooit vrijgelaten wordt omdat deze zonder schutkleur niet kan overleven in zee. Zeeschildpadden kunnen zich niet terugtrekken in hun schaal zoals landschildpadden dat wel kunnen. Het klonk er allemaal overtuigend maar omdat wij een stuk verder nog een keer zo'n schildpadden boerderij zagen twijfel ik nu een beetje aan het verhaal en kan het wel weer een touristen attractie zijn. Toch zou je dan meer op schildpadden gerichte souvenirs verwachten. Wij hebben een kleine donatie van 50 RS gegeven en een souvenir gekocht.

  

Zeeschildpadden

Na de schildpadden hebben wij even verderop gelunched bij een restaurant aan het water. Het eten was goed maar wat eigenlijk veel leuker was was de ijsvogel die vlakbij kwam zitten en een klein cycloontje dat vlak bij ontstond en ook weer snel in de bossen verdween.

In Colombo aangekomen wilden wij gaan pinnen bij de ABN-Amro maar dat ging helaas niet alleen lokale passen werden geaccepteerd (nog meer bezuinigingen). Wij hebben de haven bekeken via het rooftop restaurant van het Grand Oriental hotel. Dit viel al met al tegen.

Vervolgens zijn wij door de bazar gereden naar de hervormde kerk Wolfendal uit 1750. Wij wilden nog wel door de bazaar lopen maar daar hadden wij eigenlijk ook geen tijd meer voor. In deze van oorsprong Hollandse kerk zie je aan de grafstenen een stukje geschiedenis van Holland. De kerk wordt nog door een Engelse kerkgenootschap gebruikt. Eigenlijk is het jammer dat alleen monumenten in Nederland aandacht krijgen. Ik ben benieuwd hoe de kerk er over 10 jaar uit ziet.

Wolfendal kerk (1750)

Tot slot zijn wij nog even naar de boulevard in Colombo gegaan waar een stel kanonnen staan die door de Hollanders zijn gebruikt. Ik bespaarde Louise en onze vrouwelijke metgezel een kleine oplichtng door iemand die met een zielig verhaal aankwam en geld het goede doel vroeg.

Vervolgens zij wij naar Negombo gereden en hebben onderweg eindelijk boodschappen kunnen doen. Ik was mijn tandenborstel vergeten en wij deelden er dus 1 maar door het hoge tempo kwamen wij steeds nergens toe aan dit soort dingen. Ook in Negombo kwamen wij eindelijk toe aan bellen naar huis, om iets van ons te laten horen want wij wilden perse niet uit een hotel bellen. Het bellen vanuit zo'n belwinkel viel erg mee, wij waren geloof 4 gulden kwijt voor 2 minuten.

24 juni Colombo - Male

Deze dag stond in het teken van de reis naar de Malediven. Aangezien dit van andere orde is dan de rondreis op Sri Lanka heb ik gemeend daar ook maar een aparte pagina aan te wijden. Het was een fantastische week waarin wij veel gezien, veel geleerd hebben over het land, de mensen en de cultuur en het was zeker de moeite waard. Net zoals de andere vakanties zal deze reis ook in herinnering blijven. Voor mensen die op huwelijksreis gaan en ook wat willen zien en doen, kan ik het aanbevelen.

Een paar weken nadat wij terugkwamen, hoorde ik op het nieuws dat het vliegveld bij Colombo was aangevallen door Tamils. Het reisadvies hier in Nederland was toen om niet meer naar Sri Lanka te gaan. Ik vond het spijtig te horen aangezien Sri Lanka een prachtig land is met veel verschillende gezichten, een rijke cultuur en vriendelijke mensen, die hard werken voor hun bestaan. Deze mensen verdienen een bezoek van anderen aan hun land zodat zij een kans krijgen om hun bestaan op te bouwen en dat wij touristen zelf kunnen oordelen over hun land. Behalve de veiligheidsmaatregelen op het vliegveld en bij de tempel van de tand van Buddha was het nergens gevaarlijk en nu moet het zeker weer net zo veilig zijn als voor de aanval.

Laatste wat ik wil noemen, is dat onze chauffeur Siripala werkelijk erg goed is en ons ontzettend veel geleerd heeft over het eiland, de mensen, geschiedenis en de cultuur van Sri Lanka. Hij werkt voor een lokale agent in Negombo en daar kan je naar hem vragen (als ik het goed herinner was het Golden Globe tours) of misschien door de agent hier in Nederland en die kan je vinden via http://www.globas.nl

Laatst gewijzigd: 08-02-2002


© 2002: Jeroen promo
(verwijder de x om te mailen)